Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [8]Neem de molen, en maal meel; [9]ontdek uw vlechten, ontbloot [10]de enkelen, [11]ontdek de schenkelen, [12]ga door de rivieren. 8. Dat is, sla de hand aan den handmolen. Met deze woorden dreigt en voorzegt de Heere den Babyloniers dat zij der Perzen lijfeigen knechten en maagden worden zouden, moetende den zwaren arbeid doen van het malen van het koren met handmolens. Zie Ex.11:5; Richt.16:21. 9. Te weten gelijk de vrouwen plachten te doen, die tot een teken van droefenis het haar van het hoofd lostrokken en lieten hangen tot over het aangezicht. Of, ontbloot uw haar; te weten gelijk de slavinnen. 10. Of, de koten; de slaven, knechten en maagden plachten barrevoets te gaan. 11. Dat is, schort u hoog op. 12. Te weten de rivieren van Perzie; een dreigement dat zij gevankelijk zouden weggevoerd worden.